Archeologen van twee universiteiten in Napels, Italië, hebben volgens Ancient Origins de overblijfselen gevonden van een oude tempel die 2000 jaar onder water heeft gelegen in het westelijke Middellandse Zeegebied.
De Nabateese tempel was opgedragen aan de god Dushara en stamt vermoedelijk uit de tijd dat de Nabateese bevolking op het Phlegrean-schiereiland woonde.
De connectie van de tempel met de Nabateeërs is bevestigd door de ontdekking van twee Romeinse marmeren altaren die suggereren dat de tempel werd gebouwd in een tijd dat de Nabateeërs onder de controle van het Romeinse Rijk leefden.
De ontdekking vertegenwoordigt het bewijs van de aanwezigheid van de Nabateeërs in de regio en onthult de rijkdom en immensiteit van commerciële, culturele en religieuze uitwisselingen in het Middellandse-Zeebekken van de antieke wereld.
Volgens historici vestigde het Nabateese koninkrijk tijdens het keizerlijke tijdperk van Rome een operatiebasis aan de Italiaanse kust en was Puteoli de grootste handelshaven in de Romeinse Middellandse Zee, waardoor het een aantrekkelijke locatie was voor handelaren.
Archeologen hebben nu bewijs gevonden dat er ooit een bloeiende gemeenschap van Nabateeërs woonde in de oude stad Puteoli, die nu onder water ligt voor de kust van Pozzuoli in Midden-Italië.
Dit complex helpt de toewijding van de Nabateeërs aan hun religie te bevestigen en werpt licht op hun manier van leven in Italië, volgens Ancient Origins.
Wie waren de Nabateeërs?
De Nabateeërs verschenen op het historische toneel met een geavanceerde cultuur in de vierde en tweede eeuw vGT.
Daarvoor woonden de Nabateeërs eeuwenlang in de woestijngebieden van Arabië en de zuidelijke Levant, als een nomadische groep in een barre en dorre omgeving.
Het Nabateese volk had tijdens het eerste millennium vGT contact gehad met de Babyloniërs en het Neo-Assyrische rijk. Ondanks de interactie slaagden de Nabateeërs er echter in ongeslagen te blijven, aangezien hun territorium in de dorre woestijn het voor rijken moeilijk maakte om binnen te dringen.
De Nabateeërs kwamen voor het eerst naar voren als een volk met een rijke cultuur tussen de vierde en tweede eeuw vGT. Naarmate hun bevolking in de derde eeuw vGT groeide, vormden ze een losse confederatie van verschillende groepen die uiteindelijk het Nabatese koninkrijk werden.
Dit koninkrijk bloeide dankzij de handelsnetwerken die het in de regio had gecreëerd en breidde zijn controle uit over de Arabische en Sinaï-schiereilanden en tot diep in de Levant.
De hoofdstad van de Nabateeërs, Petra, gelegen in wat nu het zuiden van Jordanië is, werd een belangrijk regionaal handelscentrum met meer dan 20.000 inwoners.
De Nabateeërs stonden bekend om hun felle onafhankelijkheid en veerkracht bij elke uitdaging. Ze waren geduchte tegenstanders in de strijd en weigerden gemakkelijk te worden overwonnen.
Ondanks aanvankelijke conflicten met de Romeinen, vormden de Nabateeërs uiteindelijk een krachtige alliantie met het Romeinse rijk in de eerste eeuw na Christus, wat hun handelsvooruitzichten aanzienlijk verbeterde en hen naar ongekende welvaart katapulteerde.
In 160 CE annexeerde de Romeinse keizer Trajanus echter alle landen van het Nabatese koninkrijk en de Nabateeërs verloren voor het eerst in 1000 jaar hun onafhankelijkheid.
De ontdekking van de tempel is een opwindende ontdekking voor archeologen en historici en biedt inzicht in de complexe culturele en religieuze uitwisselingen in het Middellandse-Zeebekken in de oudheid.